Paddenstoelen in Westeremden
Wie zijn/haar ogen goed de kost geeft kan in eigen omgeving onverwachte zaken tegenkomen, ook dicht bij huis en zeker wanneer je over een lapje grond beschikt. Dat is bij Tineke Schwab in Westeremden zo en zij kwam met de volgende zaken op de proppen:
"In mijn kas waarin ik tomaten kweek, twee druiven staan en allerlei tuinplanten opkweek, heb ik vorig jaar nieuwe grond opgebracht, omdat ik er al jaren tomaten kweek en de oogst de laatste jaren tegenviel.
In oktober stond er opeens een Tuinknolparasolzwam, en even later ook twee Kastanjeparasolzwammetjes ( door Roel Douwes gedetermineerd) en onlangs (30-1) weer twee zwammetjes die via Wil bij Jan Mensinga ter determinatie zijn gekomen en hij denkt dat het waarschijnlijk het Duinmostrechterje is. De laatste is volgens de Mycologische atlas nog niet in Noord-Groningen gemeld.
Helaas weet ik niet waar die nieuwe grond vandaan komt, die hebben we in Bedum bij een bedrijf opgehaald.
We hebben een klein bosje achter in de tuin en daar vond ik een stuk dood berkenstam met volgens mij Wasporia's (28-1) erop. Maar dat heb ik zelf zo genoemd op grond van plaatjes in mijn paddenstoelenboek.
Ik ben benieuwd of er nog meer verrassingen uit de grond komen".
Dat laatste zal zeker gebeuren en ik heb Tineke erop gewezen dat foto's en bewijsmateriaal van belang kunnen zijn om tot een juiste determinatie te komen. Wat betreft de Kastanjeparasolzwam (Lepiota castanea) kan worden gezegd dat deze in het veld kan/mag worden benoemd en dat geldt tevens voor de wasporia, want dat is de Paarse wasporia (Ceriporia purpurea). Het Duinmostrechtertje (Omphalina galericolor) echter krijgt het predicaat 'vermoedelijk', want deze dient microscopisch te worden gecontroleerd. De opmerking van Tineke dat dit trechtertje nog niet in Noord-Groningen is gemeld is abuis, want wie de Verspreidingsatlas raadpleegt leert dat hij hier (en elders), de naam zegt het al, vooral langs de kust voorkomt.
Rietkussentjeszwam
Af en toe komen er vragen binnen waarvoor je in het verleden moet duiken om te kunnen antwoorden. Het levert niet altijd iets op, maar soms wel als er iets (in het archief) van is bewaard. De vraag kwam van Eduard Osieck en luidde:
"Zou je voor mij kunnen nagaan waarop de Rietkussentjeszwam (Hypocrea placentula) groeide die je op 22/10/2016 vond in de Paddepoel (det. Henk Pras)? Het was waarschijnlijk Riet of Pitrus (dat zijn de substraten waarvan de soort in NL bekend is). Dat zouden we graag willen weten voor een artikel over het geslacht Hypocrea dat ik met Nico Dam aan het schrijven ben. De vermelding substraat 'onbekend' is een beetje jammer als het gegeven waarschijnlijk wel bij de waarnemer bekend is".
Na enig spitwerk bleek dat het een vondst was tijdens een excursie van onze werkgroep In Paddepoel en toentertijd verzameld/gedetermineerd door Henk Pras, maar daarbij was het substraat onvermeld gebleven. Wel had Henk er een foto van gemaakt waarmee Eduard erg blij mee was, want het substraat was erop te zien..., maar welk substraat?
"Geweldig, een foto! Pitrus lijkt het me zeker niet. Riet eigenlijk ook niet: meestal veel bleker en stengels hebben fijne richels. Ik heb heel wat van die stengels minutieus met stereomicroscoop afgezocht. De soort komt ook voor op kruiden, dus Heermoes zou moeten kunnen. Zou een mooie aanvulling zijn voor de substraatkeuze".
Omdat er meerdere 'floristen' (Immy, Inge, Willem, Willie, Richard) in onze werkgroep actief zijn heb ik hen benaderd en gevraagd naar hun mening over het al wat rottende substraat. Inge Somhorst was er het meest stellig over vanwege de knoop rechts van het midden en dan kom je uit op een gras en kan het eigenlijk toch niets anders zijn dan Riet. Een beetje jammer voor Eduard die wellicht hoopte op een 'verrassend' substraat. Uiteraard zien we uit naar het artikel in Coolia.
Coniocarpen
Door vrienden werd ik gewezen op een artikel in de NRC over coniocarpen:
https://www.nrc.nl/nieuws/2022/02/04/leven-op-een-dode-boom-prachtig-teer-en-het-gaat-goed-a4084360
Omdat daarbij een myxomyceet (geen coniocarp) was afgebeeld zond ik de link door aan Janny Kramer en vroeg gelijk of ze in het veld nog actief was geweest. Zij antwoordde:
"Dank je wel voor het toegezonden artikel. Ik lees geen NRC, dus het was nieuw voor mij. Ik had nog nooit gehoord over het bestaan van coniocarpen. Het Spijkerkristalkopje (Didymium clavus) is inderdaad een myxomyceet. Die coniocarpen behoren dus bij korstmossen. Ik zal de eerstvolgende keer eens kijken in spleten van oude bomen.
Ik ben nog niet op pad geweest met dat vieze, grijze motregenweer (begin februari). Maar binnenkort ga ik op pad om takjes, schors en oude elzenproppen te verzamelen. Had ik verleden jaar ook gedaan en het was een grote verrassing wat er tevoorschijn kwam aan myxomyceten . Ook de Suikermycena (Mycena adscedens) deed het goed.
Dus heb ik nu niet iets nieuws voor de website. Wel heb ik een foto van verleden jaar van een interessante vondst op een elzenprop.nl.: Arcyria margino-undulata (Golfnetwatje, foto rechts) en Physarum bivalve (Opensplijtend kalkkopje, foto links)".
Rode kelkzwam
Echte blikvangers zijn het en Jan Menzinga stuurde de foto's ervan op 10 februari:
"Zoals ieder jaar zijn de Rode kelkzwammen (Sarcoscypha coccinea) ook nu weer aanwezig bij de Baggerputten in Slochteren. Hierbij 2 foto’s".
Indertijd zijn ze microscopisch bekeken om ver-wisseling met de Krulhaarkelkzwam (S. austraca) te voorkomen. In de komende tijd (tot in mei) zijn ze nog wel te zien. Er zijn mensen die beweren ze op kleur te herkennen, maar daar waag ik me liever niet aan.
Elzenweerschijnzwam
Hugo Arends mochten we vorig jaar voor het eerst tijdens een excursie van onze werkgroep begroeten en toonde zich toen al zeer leergierig. Hij stuurde twee foto's van de Elzenweerschijnzwam (Mensularia radiata) en hoewel hij er niet helemaal zeker van was zette hij wel de naam (terecht) op de foto.
"Wellicht heb ik het 'systeem' nog niet helemaal door, maar als ik het goed begrijp kan ik jou waarnemingen doorsturen ter lering en de vermaak?
Als beginner kijk ik natuurlijk altijd om me heen, en altijd is er wel wat te zien aan moois of bijzonders.
Onderstaande kiekjes zijn m.i. van de Elzenweer-schijnzwam, maar ik heb ietwat twijfel... Naar ik mij herinner op een els, maar hier komt de beginner om de hoek kijken, want dit had ik behoren te onderzoeken..."
Ik heb Hugo geantwoord dat hij ook op andere bomen kan voorkomen (o.a. Lijsterbes, Zoete kers) en dat informatie over de groeiomstandigheden (substraat, begeleidende bomen, milieu) altijd van belang is.
Sparrenplaatjeshoutzwam
In het begin van deze eeuw was je verrukt wanneer je een Sparrenplaatjeshoutzwam (Gloeophyllum abietinum (KW)) zag, want dat gebeurde maar zelden. Tegenwoordig maak je daarop veel meer kans. Waarnemingen ervan worden namelijk steeds meer gemeld, maar het blijft natuurlijk wel een soort die je graag in het vizier krijgt. En helemaal als dat in je eigen achtertuintje is. Ik was daar de zaak wat aan het ordenen en ontdekte ze op een bewerkt vuren balkje.
Doodgewoon
Op Waarneming.nl komen dagelijks de meest bijzondere vondsten te staan en uiteraard zie ik er ook naar uit. Op de laatste zondag van deze maand maakte ik samen met vogelvriend Erick een rondje op het Balloërveld (wat was het er vreselijk druk) en keek er stiekempjes uit naar het Roze grondschijfje (Roseodiscus formosus (GE)) die er misschien te zien zou zijn. Dat gebeurde dus niet. We moesten ons tevreden stellen met o.a. drie overvliegende Raven. Ook leuk! Dat geldt tevens voor deze twee doodgewone soorten die broederlijk naast elkaar op een Beuk groeiden: een Echte tonderzwam (Fomes fomentarius) en de Grijze buisjeszwam (Bjerkandera adusta). Overigens maakte ik deze foto in het Mensingebos.
Vergroeiing
Hugo Arends meldde al dat je altijd wel iets moois of bijzonders tegenkomt. Ik vind dat je zo'n vergroeiing van een eikentak, die van de ene stam overgaat in een andere stam, bijzonder mag noemen, want hoe ontstaat zoiets?
IJshaar
Een ronduit schitterend natuurfenomeen, want zo mag het toch wel worden genoemd, is IJshaar. Je moet er maar net tegenaan lopen of van iemand hebben gehoord dat het ergens is te zien. Zelf zie ik er natuurlijk ook wel naar uit, maar kom het zelden tegen. En dan moet je het net op het juiste moment zien, want dat levert spectaculaire plaatjes op. Wil Folkers was er getuige van en op de foto rechts zie je als het ware hoe de vorming van IJshaar ontstaat, zoals ze zelf al meldt:
"Afgelopen weekend (eind februari) was de temperatuur "s nachts weer onder 0 graden. Zondagmorgen ben ik naar Papenvoort gereden naar de P(arkeerplaats) van het Boomkroonpad. Daar lagen heel veel takken/takjes met IJshaar. Echt heel veel. En bij foto rechts kun je zien dat het vocht uit de spleetjes van de tak spuit en dan bevriest".