Meevallende oogst in de Noorderduinen (5 oktober)

 

Op de parkeerplaats bij het hunebed bij Steenbergen hield ik het gezelschap voor dat mijn verwachting deze dag niet al te hooggespannen was. Het zou er zelfs toe kunnen leiden dat we het zouden houden bij een ochtendsessie. Het gezelschap bestond deze keer uit Ipie, Immy en Janny Mulder die, heel sportief, op de fiets waren gekomen en Marjan, Wil, Ubel, Henk Pras, Richard en Ab. We waren al enige tijd op de plaats van bestemming toen Harry zich alsnog aansloot. Hij had in Groningen-Zuid op de ring lang in de file gestaan.

Op dat moment waren we al behoorlijk enthousiast aan het inventariseren geslagen. Enthousiast omdat de oogst alleszins meeviel. Er was zelfs zoveel te zien dat we nauwelijks opschoten. Ik geloof dat we na een uur ongeveer honderd meter hadden afgelegd, hetgeen ook lag aan de vele fofomomenten die er waren. Eén van de soorten die op de aandacht van de fotografen onder ons kon rekenen was de Vossenbesbladgast (Exobasidium vaccinii) die massaal op de Rode bosbes aanwezig was. Dat we bijkans struikelden over de Valse hanenkam (Hygrophoropsis aurantiaca) was volgens verwachting. In het vorige droogtejaar (2003) manifesteerde deze soort zich namelijk eveneens in grote aantallen. De symbionten lieten zich deze dag mondjesmaat zien. Toch waren er 9 soorten russula’s, maar het aantal melkzwammen beperkte zich tot vier soorten. Opvallend afwezig waren de gordijnzwammen. Bij een vorig bezoek ontdekten we in dit gebied nog de Kamfergordijnzwam (Cortinarius camphoratus (GE)) en daarom hoopte ik er op deze aan te treffen. Wel vertoonde zich een symbiont aan de oppervlakte, nadat hij zich eerst ondergronds had bevonden: de Okergele vezeltruffel (Rhizopogon luteus). Het schijnt dat deze truffel in een jong stadium eetbaar is, maar vindt hem dan maar. Overigens ken ik meer soorten die eetbaar zijn, maar smakelijk… nou nee. Dat geldt trouwens ook voor de meest begeerde truffels. Je voegt kleine hoeveelheden toe aan recepten om er (een bepaalde) smaak aan te geven.

 

Omdat iedereen proviand had meegenomen, we waren met twee auto’s naar het terrein gereden, hoefden we niet terug naar het parkeerterrein. Alleen Ab had daar zijn lunch liggen, maar ruimhartig werden hem boterhammen toebedeeld. We hadden namelijk besloten ook de middag op dit terrein te verblijven, na de alleszins redelijke oogst aan soorten.  We verkasten na de lunch naar de overkant waar het huis van wijlen mevr. Landweer wordt verbouwd tot een vakantiehuis die voldoet aan de normen van deze tijd. Zij had in haar testament bepaald dat dit terrein in eigendom zou komen van Stichting Het Drentse Landschap. We zagen toen we er langs liepen dat er nog behoorlijk aan het huis moet worden vertimmerd. Het rondje dat we hier liepen leverde helaas weinig andere soorten op hetgeen er toe leidde dat er iets meer vaart werd gemaakt dan gebruikelijk. Dat veroorzaakte bij sommige oudjes tot enige verontwaardiging toen zij op achterstand werden gezet. We moesten even pas op de plaats maken om ze niet kwijt te raken. Op de plek waar we ’s ochtends waren begonnen maakten we daarna nog een lus in een andere richting. We ontdekten er een oude bekende op dezelfde plek als eerder: de Zwartvoetkrulzoom (Tapinella atromentosa (KW)). Het was één van de twee Rode lijstsoorten van de dag. De andere was de Zilversteelsatijnzwam (Entoloma turbidum (KW)) op een totaal van pakweg 115 soorten. Met Richard en Henk Pras in de gelederen weet je dat daarbij dan vrij veel ’klein spul’ zit. Richard was zeer content met de vondst van de Gezwollen spleetlip (Naemacyclus minor) op naalden van de Grove den, omdat dit de tweede keer was dat hij hem, nu als bijvangst, scoorde. In het verleden waren er puriteinse lieden die bezwaar maakten tegen de naamgeving, hetgeen toentertijd tot een ’vermakelijke’ discussie leidde. Je kunt je er iets bij voorstellen.

 

Soortenlijst klik hier