Waarnemingen november 2023

Met de klok mee:

Hans Post zond ons een serie mooie foto's van niet alledaagse zaken, te beginnen met de Violetbruine gordijnzwam (Cortinarius balteatocumatilis (GE)) die groeide in een graslandje in het centrum van Beilen. Deze soort werd dit jaar opvallenderwijs op meerdere plekken gesignaleerd. Je hebt van die jaren dat zeldzame soorten zich meer profileren. Daarnaast zien we een nogal intensief gekleurde Gesteelde lakzwam (Ganoderma lucidum (GE)). Deze, en de volgende twee soorten, fotografeerde Hans op het Dwingelderveld op 31 oktober. Waar je ook graag naar uitkijkt, al was het alleen maar vanwege de aansprekende naam, is de Slijmerige blekerik (Pholiota lenta (GE)). Deze soort hebben we wel eens gevonden in het Mensingebos en op de plek waar hij eens stond kijk je er toch altijd weer naar uit. Tegen beter weten in natuurlijk, want veel saprotrofe soorten zijn niet echt plaatstrouw. Zonder meer is het Sparrenveertje (Pterula multifida) een zeer opvallende soort. Een andere vertegenwoordiger van dit geslacht komen we vaker tegen, namelijk het Kruidveertje (P. gracilis). En dan heb je ook nog het Houtveertje (P. rigida), maar dat is een wenssoort en of ik die nog eens mag noteren is ronduit twijfelachtig.

 

Twee witjes

Er zijn nogal wat mensen die afkerig zijn van 'al die bruintjes', vooral gordijnzwammen en vezelkoppen, paddenstoelen waar weinig kleur aan is te ontdekken en die in het veld niet of zelden  zijn te benoemen. Gelukkig zijn er ook goed te benoemen 'witjes', maar wel met de aantekening dat het ook niet altijd gemakkelijk is ze direct te herkennen. Dat geldt niet voor de hierboven afgebeelde zwammen die we direct herkennen als de Witte kluifzwam (Helvella crispa) en de Zijdeachtige beurszwam (Volvariella bombycina (KW)). Overigens ben ik een paar keer benaderd door mensen die meenden dat  in hun tuin de Melkwitte kluifzwam (H. lactea) in het gazon stond, hetgeen helaas voor hen (en mezelf) ontkracht moest worden. Harry Harms (de fotograaf van dienst) hoefde er niet veel voor te doen die 'zijdeachtige' te kieken. Daar heb ik een keer veel moeite voor moeten doen. In de Hospitaallaan bij Veenhuizen groeide er één zo hoog in de boom dat ik eerst naar huis moest om een keukentrapje te halen om op gelijke hoogte ermee te komen. Pas toen kon ik er een foto van maken.

 

Broeihoopeffect

Leo de Vries is actief als vrijwilliger die onder meer broeihopen (voor Ringslangen) onderhoudt. In dit geval meldt hij dat dit de bijvangst was tijdens werkzaamheden in Vosbergen bij Eelde. De Vroege bekerzwam (Peziza vesiculosa) groeide daar op zo'n broeihoop van rottend hooi en stro.

De Inktviszwam (Clathrus archeri) is in Vosbergen voor de mensen van onze werkgroep (voor hen die erbij waren) een bekende soort. Net als de Grote stinkzwam (Phallus impudicus) zit deze ontieglijke stinkerd opgesloten in een soort duivelsei, zij het dat dit wel een erg glazig geval is.

Boomschuim

Op mijn verzoek schreef Hans Post het volgende verhaaltje over Boomschuim, een fenomeen dat we tijdens excursies met enige regelmaat tegenkomen, waarbij vaak de vraag werd gesteld wat het is. Hans zocht het voor ons op:

Tijdens het paddenstoelen inventariseren is er ook ruimte voor andere zaken. Op vrijdag 3 november in de bossen noordelijk van Norg hoorden we Kruisbekken, een roepende Havik en zagen we Boomschuim aan de voet van een Amerikaanse eik (foto links).

Boomschuim is een natuurverschijnsel dat je niet elke dag tegenkomt. Het ontstaat door een combinatie van factoren. Het moet stevig regenen waarbij het water langs de stam loopt. Daarbij spoelen er allerlei stoffen uit de boom vrij, waaronder het eiwit Saponine. Deze zeepachtige stof veroorzaakt belletjes in de waterstroompjes door ingesloten lucht. Die belletjes klonteren samen en blijven een poosje intact. Deze belletjesbol, het boomschuim, vind je bij meerdere boomsoorten. Ik vind het meestal bij beuken (foto rechts). En dus vandaag ook aan de voet van een Amerikaanse eik. Wél, zover ik weet, komt het alleen voor bij loofbomen en altijd onderaan de stam.

Saponine is een natuurlijke afweerstof van bomen. Het dient om binnendringende insecten af te schrikken. Een vorm van wondbescherming zoals de hars bij naaldbomen. De smaak zou bitter moeten zijn. We moeten dat de eerstvolgende keer maar eens testen. 

Purperrode franjehoed

Tijdens de excursie op 12 november van de MWG in het 'schaamgroen' bij de NAM-locatie bij Grijpskerk kwamen we enkele soorten tegen die voor vrijwel iedereen nieuw waren. Zo ook deze Purperrode franjehoed (Psathyrella bipellis) die we in een vochtig, grazig veldje tegenkwamen. Eerst werd hij uitgemaakt voor Wijnrode franjehoed (P. vinosofulfa), maar Roel en Grishja kwamen er thuis al snel achter dat het hier de Purperrode franjehoed betrof. De hoed hiervan is een keer groter en microscopisch vallen de bredere sporen op. Grishja meldde verder dat de hoed bij het indrogen prachtig roodbruin verkleurde. Dezelfde dag kwam ik er niet veel later achter dat één van de deelnemers (Eelke S.) al foto's naar Waarneming.nl gestuurd had met de wel zeer voorbarige mededeling dat het hier ging om de Wijnrode franjehoed. Ik erger me er altijd aan dat dit gebeurt, waarbij ik me afvraag waar die scoringsdrift toch vandaan komt. Is het een soort zelfbevrediging? In de praktijk is het namelijk zo dat de excursieleider zorgt voor het invoeren van de gegevens en dat volstaat. Wanneer ze ook nog door een ander worden gemeld moet er iemand van de NMV ernaar kijken om de waarneming te valideren. Onnodig dubbel werk dus!

Overigens is de (niet echt karakteristieke) foto van Harry Harms.