NMV-excursie Een – Veenhuizen
Deze op 30 september gehouden excursie kende een vrij matige opkomst, maar bood uiteindelijk allen een mooi aanbod aan soorten, 93 in totaal. Daar was een, voor ons, zeer bijzondere bij die al werd verklapt door Willie Riemsma die op de fiets was gekomen, waarbij een deel van onze route door haar was gevolgd. Vanuit haar ooghoeken had ze gezien dat zowaar de Blauwzwarte stekelzwam (Phellodon niger (BE)) op de bekende plek stond waar hij jarenlang niet meer was gezien. Dat was op voorhand al een geweldige waarneming waarnaar we konden uitzien.
We begonnen trouwens sowieso al met enkele (ernstig) bedreigde soorten, waaronder de Varenmycena (Mycena pterigena (EB) die werd ontdekt door Ruud en Betty Middelkoop die in de massaal aanwezige varens (Dryopteris dilatata) waren gedoken om er daar daadwerkelijk naar te speuren. Dat ’EB’ mag je trouwens met een korreltje zout nemen, want dat is gebaseerd op de Rode Lijst van 2008 en staat vermeld in de soortenlijst ’Naam & faam’ van 2013. Inmiddels staat de soort bekend als vrij zeldzaam, want nu al bekend van 50 atlasblokken (van 5 x 5 km), waaronder een behoorlijk aantal in Groningen, waar er kennelijk tevens gericht naar is gezocht. Dat ’vrij zeldzaam’ geldt ook voor de Tonnetjesmycena (M. picta (BE)) die nu al in 36 atlasblokken is gevonden. Voor 1990 waren dat er 4 en voor de Varenmycena waren dat er 10. Het wordt weer tijd voor een nieuwe, aangepaste soortenlijst, maar bij het verschijnen ervan weet je dat deze alweer deels achterhaald is.
Ook die Blauwzwarte stekelzwam kent het predicaat ’vrij zeldzaam’ (van 26 naar 44 blokken) waar we dus al door Willie op waren geattendeerd. Het mooie was dat de plek waar zij ze had gezien niet de enige groeiplaats was. Iets eerder ontdekten we ze ook al in de berm met eiken waar het originele meetpunt aan de Oude Norgerweg was gesitueerd vanwege het voorkomen van meerdere soorten (6) stekelzwammen. Het is bekend dat het niet verschijnen van bepaalde zwammen niet impliceert dat ze er niet meer voorkomen, want er zijn veel meer voorbeelden van zwammen die bekend zijn van bepaalde plekken, daar jarenlang niet meer worden gezien, om dan plotseling toch weer te verschijnen. Hier waren we bevreesd voor het verdwijnen van de stekelzwammen vanwege slecht beleid van Staatsbosbeheer, maar zie, er is weer hoop voor de toekomst, want naast ’die blauwzwarte’ vonden we er ook nog de Gezoneerde stekelzwam (Hydnellum concrescens (KW)).
Nadat we afscheid hadden genomen van Teartse van der Zee (uiteraard uit Friesland), hij moest halverwege met een blessure afhaken, werd koers gezet naar de Hospitaallaan waar onder meer stiekempjes werd uitgekeken naar de Zijdeachtige beurszwam (Volvariella bombycina (KW)) die er waarschijnlijk jaarlijks verschijnt, we vinden er soms de restanten van, maar de cyclus van verschijnen en weer verdwijnen bedraagt maar zo’n drie dagen. Je moet er dus maar net op het juiste moment zijn. Wat we daar al jaren missen is het Gewoon varkensoor (Otidea onotica (KW)). In het verleden had je daar een behoorlijke klus aan ze te tellen, want het waren er in de goede tijden vele honderden. Het gemis eraan werd deze dag goed gemaakt door de waarneming van enkele exemplaren van de Kamfergordijnzwam (Cortinarius camphoratus (GE)). Toch ook een spectaculaire soort!
Dat gold min of meer ook voor een vezelkop die onderweg was verzameld door Grishja van der Veer. Onder de mic. bleek het namelijk te gaan om de gemakkelijk te herkennen Sterspoorvezelkop (Inocybe asterospora (KW)). De enige vezelkop die in mijn ogen nog mooiere sporen heeft is de Stekelspoorvezelkop (I. calospora (BE)). Bij een mummiekelkje lukte het niet om deze op naam te brengen, maar wellicht gebeurt dat nog. Een mooie afsluiter op deze dag was de Kleverige knolamaniet, zij het dat het een enkel verfrommeld exemplaar was. Die was zo lelijk dat er geen foto van is gemaakt. Wel van de daar ook aanwezige Fraaie gifgordijnzwam (Cortinarius rubellus), die mooi werd geportretteerd door Hans Post.
Cees Koelewijn
Klik hier voor nog een paar foto's