Natuurschoon, 6 oktober: Het komt los
Jaarlijks bezoeken we dit bos wel eens een keer, vooral ook vanwege twee meetpunten die we hier hebben. Zo volg je de gang van zaken daar een beetje. Vandaag en een dag later om het resterende deel van dit kilometerhok te inventariseren. Er viel heel wat te noteren, want een keur aan soorten, maar wat we tegenkwamen aan kwantiteit viel smerig tegen. En was er iets meer daaraan te beleven, dan betrof het veelal triviale zaken. Voor het overige was deze omgang zeker de moeite waard.
We waren nog maar net op weg toen we door Ipie werden ingehaald: ”Zijn jullie nog maar hier? Ik had jullie anders wel ingehaald hoor!” Net als vorige keren waren we vanaf de parkeerplek rechtsaf geslagen en waren amper op weg, ook omdat er meestal in het begin vrij veel valt te noteren en er viel één en ander te fotograferen. Zoals bijvoorbeeld een groepje Gele knotszwammen (Clavulinopsis helvola (GE)). Dat werd na mic.-werk vastgesteld om uit te sluiten dat het de Fraaie- (C. laeticolor (KW)) was. Er werd ook gemijmerd over tijden van weleer toen er vrij veel bijzondere soorten werden gevonden. De zeer zeldzame Zwartwordende cantharel (Cantharellus melanoxeros) is er één van, toentertijd ontdekt door oudgediende Ab Neutel. Op zijn struintochten vond hij hier (en elders) veel meer zeldzaamheden. Foto’s van Ab van deze cantharel zijn te zien in het Nederlands Soortenregister, met veel informatie over deze bijzonderheid. Niet veel later werd hij ook ontdekt op Nienoord. Naast deze twee stippen in de Verspreidingsatlas zijn er twee stippen bij Rheden (bij de IJssel).
De laan achterlangs het voormalige hertenkamp leverde niet veel op. Ook hier waren in het verleden spectaculaire vondsten, al was het soms vanwege de grote aantallen exemplaren van bepaalde soorten. Eens vonden we er honderden van de Trechtercantharel (Cantharellus tubaeformis (KW)). Ook vandaag kwam hij op de lijst, maar nu betrof het slechts een enkel exemplaar, gevonden door Angela. Het kostte haar enige moeite hem terug te vinden, want ze plukt de paddenstoelen liever niet. Dat opnieuw opsporen lukte haar niet bij een Tonnetjesmycena (Mycena picta (BE)). Niet verwonderlijk, want dat is maar een ’lutje ding’.
Zoals altijd waren er de nodige hoofdbrekens. Een Bosstaalsteeltje (Entoloma incarnatofuscescens) kun je in het veld benoemen, maar bij een andere vertegenwoordiger van dit geslacht lukte dat niet (E. rhodopolium sl.). En er waren enkele lastige vezelkoppen, gordijnzwammen en russula’s. Van de laatste leverde thuiswerk nog wel iets op, waaronder de Verblekende russula (Russula exalbicans). Het scheelde wel dat deze bij een berk stond. Dat was wel een dag later toen ook nog een Geelnetboleet (Butyriboletus appendiculatus (BE)) werd gevonden. Deze stond langs het fietspad, maar dat was in het kilometerhok erboven.
Tijdens een storm, alweer zo’n 15 jaar geleden, ging een Beuk tegen de vlakte die er mocht blijven liggen. Successievelijk heeft dat heel wat opgeleverd, maar nu wordt het allemaal wat minder nu het verrottingsproces meer gaande is. Een piepklein koraalzwammetje trok hier de aandacht en er werd gedacht aan de in de laatste decennia in Nederland sterk toegenomen Kroontjesknotszwam (Artomyces pyxidatus). Maar omdat er direct naast de stam de Rechte koraalzwam (Ramaria stricta) werd aangetroffen kon niet worden uitgesloten dat het om deze soort ging. Enkele dagen later bleek dat het inderdaad om deze soort ging. Kwantitatief was het deze dag allemaal wat minder, maar met 135 namen als eindscore mochten we niet klagen. Het kondigt betere tijden aan, zeker nu de omstandigheden beter worden en we ook in de echt goede tijd voor paddenstoelen zijn aangekomen.
Cees Koelewijn, coördinator
Klik hier voor meerdere foto's