Lutjegast, 30 september
Vandaag stond het Abel Tasmanpad op het programma, we waren hier al eens eerder, en het leek wel of we te maken hadden met een no-go area, want de afmeldingen (14) stroomden binnen. Nou is het daar weliswaar een drassig gebied, maar van verdwenen lieden in het moerasgedeelte is mij niets bekend. Hoe dan ook, de opkomst was met 4 deelnemers wel erg gering. Voor ons, Inge, Hugo, Harry en ik, werd het desalniettemin een memorabele excursie met enkele zeer opvallende soorten.
Na de start waren er eerst enkele alledaagse soorten. Daarna was daar de Moerasleemhoed (Agrocybe elatella (KW)) die in de nattere gedeelten, de greppels, groeiden. Voordat we het moerasbos hadden bereikt ontdekte Harry tussen de pitrussen enkele groepjes bleke ’valse hanenkammen’. De Valse hanenkam (Hygrophoropsis aurantiaca) komt voor in vrij droge gebieden en niet in natte hooilanden zoals hier. We hadden te maken met een schijncantharel, maar welke? Er moest een keus worden gemaakt tussen de Grootsporige schijncantharel (H. macrospora (EB)) en de Fijnschubbige schijncantharel (H. fuscosquamula (GE)). Het verschil tussen beide is niet heel duidelijk, sommigen zien het zelfs als één soort, maar we hebben hier gekozen voor de Grootsporige schijncantharel, overigens met een aantekening die verwijst naar de andere soort. Na het bosgedeelte kwamen we ze in het gebied van de petgaten weer zeer regelmatig tegen.
Het bosgedeelte, vroeger schijnt het een eendenkooi te zijn geweest, leverde volgens verwachting het meeste op. Nu waren we er eigenlijk iets te vroeg, want onder goede omstandigheden mag je daar met gemak meer dan 100 soorten verwachten. Opvallend was de vondst van een groepje Populiervezelkoppen (Inocybe squamata), want een Populus spec. konden we daar niet zo een-twee-drie ontdekken. Wellicht hebben we een Ratelpopulier over het hoofd gezien. Er staan vooral wilgen, elzen en hier een daar op hogere delen (soms forse) zomereiken. Bij de elzen vonden we een mooie groep melkzwammen die ik nog nooit eerder had mogen aanschouwen: de Kortstelige elzenmelkzwam (Lactarius cyathuliformis). Daar waren we erg blij mee. Dat gold ook voor een kleinood als het Gezellig knotsje (Cyathus erumpens) op de binnenkant van een stukje wilgenbast. Veel mycena’s waren er ook, waaronder de voor 2000 nog zeldzame Blauwgrijze schorsmycena (Mycena pseudocorticola). Deze werd daar veelvuldig gezien.
Na het bosgedeelte kwam het terrein van de petgaten aan de beurt waar vooral dankzij het intensieve speurwerk van Inge hier en daar nog iets werd verzameld. Naast enkele te verwachten satijnzwammen en mosklokjes waaronder het Kaal mosklokje (Galerina tibiicystis (BE)) was er ook nog een enkele wasplaat te bewonderen en wel het Veenmosvuurzwammetje (Hygrocybe coccineocrenata (KW)). En hier dus ook veel van die schijncantharellen, de vondst van de dag.
Cees Koelewijn, coördinator
Klik hier voor meer foto's