Veel bruingoed rondom de Piloersemaborg
Zo op het eind van de excursie werd een blik geworpen in de bak van Roel met thuis te onderzoeken materiaal, waarbij een lichtgekleurde trechterzwam volstrekt dissoneerde met de overige inhoud. Het was namelijk allemaal bruin spul wat het bevatte en dat gold tevens voor wat Inge had verzameld. Maar wat wil je, een derde van de oogst van vandaag bestond uit gordijnzwammen en vezelkoppen. Naast de twee genoemden en ondergetekende waren Henk v.d. B., Hugo Arends (op fiets), Angela, Jan de V., Harry en zelfs Janny Kramer aanwezig die er vanuit Heerenveen maar liefst 35 km omrijden voor overhad om hier vandaag aanwezig te zijn.
Direct werd op de parkeerplaats al gemeld dat er ontzettend veel paddenstoelen stonden in de laan naar de borg, maar de laan stond na de lunch op het programma. We hadden er vandaag lekker weer bij en dat is wel eens anders geweest toen we hier waren. Veel bruintjes dus vandaag, maar er waren wel degelijk kleurtjes te bekennen. Een vaste gast daar is bijvoorbeeld de fraaie Lila satijnvezelkop (Inocybe lilacina) en ook de Paarssteelspleetvezelkop (I. pusio) mag er zijn, hoewel de kleur van de steel op de foto niet echt tot zijn recht komt, en zelfs de Violetbruine vezelkop (I. cincinnata) past op bescheiden wijze in dit rijtje. Gelukkig waren er vandaag niet veel vaalhoeden, want dat is toch ook een lastig geslacht. Dat geldt niet voor de Tweekleurige vaalhoed (Hebeloma mesophaeum), want die is goed herkenbaar. Maar er was een kloeke vaalhoed die nader onderzocht moest worden en dat er uiteindelijk de naam Grote vaalhoed (H. sinapizans) uitrolde verbaasde niet.
En dan de gordijnzwammen. Daar waren enkele redelijk goed herkenbare soorten bij, zoals de Wortelende gordijnzwam (Cortinarius rigens) met de naar de basis toe versmallende, wortelende steel. Ook de Oranje eikengordijnzwam (C. helvolus) is goed herkenbaar, maar dat gold niet voor de Pitsporige gordijnzwam (C. suburaceus) die echter wel door Inge werd herkend. Een eeuwigheid geleden waren we aan het inventariseren in het Stadspark waar hij werd ontdekt toen het hemelwater bijkans met bakken uit de lucht viel (zoiets blijft je bij). Knap dat die naam dan hier opborrelt. Je kunt het een Groningse soort noemen (7 van de 22 uurhokken), want elders komt hij in Noord-Nederland niet voor. Na die exercitie in het Groninger Stadspark is hij dus wel vaker gespot. Hier was hij één van de twaalf gordijnzwammen.
Waar met enige vertedering naar werd gekeken was het Piekhaarzwammetje (Crinipellis scabella) een zeer algemene soort in het Duindistrict, maar ook elders wordt hij regelmatig gezien. Als je er maar oog voor hebt. Je kunt ook gericht zoeken naar bepaalde soorten en dat deed Henk die onder de aanwezige Meidoorns speurde naar het Meidoorndonsvoetje (Tubaria dispersa) en warempel, hij vond hem ook nog.
Na het rondje om de borg, halverwege hadden we ons twaalfuurtje al verorberd, was de populierenlaan aan de beurt. Het was al opgevallen dat de Grijze slanke amaniet (Amanita vaginata (KW)) er talrijk aanwezig was. Dat gold ook voor de Kruipwilgrussula (Russula persicina), waarbij de wenkbrauwen werden gefronst, want een populier is wel heel wat anders dan een wilg. Inge legde echter uit dat er grote overeenkomsten tussen beide zijn en dus kan het. Uiteraard was de Populiermelkzwam (Lactarius controversus) goed vertegenwoordigd en de zich net ontwikkelende exemplaren van de Populierridderzwam (Tricholoma populinum (KW)) oogden als daar neergestorte aardappelen. In een verder stadium zijn de groepen volgens Roel imposant om te zien.
Onderweg kwamen we nog een groep wandelende dames tegen die we volgens één van ons ’s morgens ook al waren tegengekomen, maar desgevraagd klopte dat niet. De opmerking dat zo’n vergissing gauw is gemaakt, omdat al die oudere, grijze dames op elkaar lijken werd verontwaardigd aangehoord. Een verontschuldiging was dan ook op zijn plaats, maar of het echt gemeend was… Tot slot nog iets over de aanwezige Zilveren ridderzwammen (Tricholoma argyraceum s.l.), want door mij zouden ze als T. scalpturatum (de zilvergrijze-) zijn genoteerd, maar de Groningers zijn nogal strikt in de leer, want zeker is men daar niet van, vandaar s.l.
Cees Koelewijn, coördinator
Klik hier voor meerdere foto's